Posted by Rachel Dolhun, MD, February 01, 2016 on Foxfeed Blog.
Vertaald door Liesbeth Aerts.
De eerste verdeler van marihuana voor medische doeleinden opende begin vorig jaar de deuren in New York en daarmee werd de legalisering van marihuana in 23 staten in de VS een feit. Er zijn ondertussen ook 5 staten die medische marihuana toestaan bij de behandeling van Parkinson. Het is niet verwonderlijk dat dit nieuws voor veel vragen zorgde bij zowel patiënten als dokters, niet alleen over het onderzoek naar, maar ook het gebruik van cannabis bij de ziekte van Parkinson.
Cannabis is afkomstig van de plant Cannabis sativa, die meer dan 60 verschillende zogenaamde cannabinoïden bevat. Eén ervan is de voornaamste ‘actieve’ component, namelijk Delta-9-tetrahydrocannabinol (THC), die veranderingen in perceptie, humeur en gedrag veroorzaakt. De relatieve hoeveelheid THC in vergelijking met ander cannabinoïde componenten (die niet deze psychoactieve effecten hebben) verschilt van plant tot plant en tussen verschillende formuleringen van medische marihuana.
Ons lichaam maakt ook zelf cannabinoïden aan die binden op receptoren van onze hersen- en andere cellen. Dit wordt het “endocannabinoïde systeem” genoemd. Wanneer deze cannabinoïden binden aan receptoren kunnen ze de vrijzetting van chemische stoffen in de hersenen beïnvloeden, inclusief van dopamine, waarvan er maar weinig is bij Parkinson. Een van de hersendelen waar veel van die receptoren te vinden zijn is de regio van de basale ganglia, het complex van cellen dat beweging controleert en dat aangetast is bij Parkinson. Omdat de cannabinoïden die terug te vinden zijn in marihuana op gelijkaardige plaatsen werkzaam zijn als de cannabinoïden die ons lichaam zelf aanmaakt, gingen onderzoekers na op welke manier cannabinoiden een invloed kunnen hebben op de ziekte en of ze eventueel kunnen helpen bij de behandeling van de motorische of niet-motorische symptomen van Parkinson.
Het onderzoek naar cannabinoïden en Parkinson heeft voorlopig geen duidelijke resultaten opgeleverd
Preklinisch onderzoek (inclusief werk dat gefinancierd werd door de Michael J Fox Foundation in 2007 en 2012) legde zich vooral toe op het begrijpen en in kaart brengen van het endocannabinoïde systeem, om aan de hand hiervan te bekijken of en hoe cannabinoïden een positief effect kunnen hebben op het verloop van de ziekte. De eerste resultaten wijzen uit dat cannabinoïden verschillende heilzame eigenschappen hebben. Zo zijn ze werkzaam als antioxidanten en ontstekingsremmers. Preklinische studies die de invloed op de symptomen nagaan – zoals verbetering van de motorische symptomen of dyskinesie als gevolg van levodopa – hebben gemengde resultaten opgeleverd.
Ook klinische studies vertoonden uiteenlopende resultaten. Verschillende klinische studies rapporteerden een positief effect op motorische en non-motorische symptomen, zoals een vermindering in pijn, (REM) slaapproblemen en psychose. (Natuurlijk bestaan er ook tal van anekdotische verhalen over hoe marihuana helpt bij deze en andere symptomen.) Wat het verhaal moeilijker maakt is dat er in vier klinische studies geen enkele verbetering in motorische symptomen werd waargenomen, en dat de resultaten niet eenduidig waren wat betreft de effecten op levodopa-geïnduceerde dyskinesie.
Bij de interpretatie van de positieve resultaten is voorzichtigheid gebaat omwille van verschillende redenen:
- Slechts een kleine groep patiënten werd opgevolgd
- Vele studies waren wat men noemt “observationeel”: de patiënten gaven zelf via enquêtes of vragenlijsten aan of symptomen verbeterden of niet. Bovendien was er vaak geen controle groep of was de studie niet “blind” (alle deelnemers van de studie namen de medicatie en waren er zich van bewust)
- Verschillende vormen van marihuana (roken, in pilvorm, etc.) en doseringen werden gebruikt.
De studies met negatieve resultaten werden doorgaans ook slechts met een kleine groep patiënten gedaan en met verschillende doseringen en formuleringen van marihuana. Maar zij hadden wel een placebo controlegroep en bieden daarom dus een betere bewijslast die het huidige klinische overtuiging vertolkt, namelijk dat cannabinoïden waarschijnlijk niet effectief zijn voor de motorische symptomen van Parkinson of voor dyskinesie als gevolg van levodopa.
Medische marihuana nemen houdt ook risico’s in
Als marihuana als behandeling voor Parkinson symptomen in overwegingen genomen wordt moeten de mogelijke voordelen afgewogen worden tegen de mogelijke nevenwerkingen. Bij gematigd gebruik zijn cannabinoïden relatief goed te verdragen. Toch bleek uit een analyse van klinische studies met cannabinoïden dat bijna 7% van de deelnemers afhaakten omwille van problemen zoals misselijkheid, duizeligheid, flauwte, humeur en gedragswijzigingen, hallucinaties of cognitieve problemen. Zeker de invloed op cognitie, motivatie en evenwicht zijn zorgwekkend. Parkinson heeft hierop namelijk al een invloed en bij veel patiënten en het is onduidelijk in welke mate marihuana deze symptomen nog kan verergeren. Ook is het niet altijd gekend hoe andere geneesmiddelen interageren met marihuana. Voorlopig zijn er geen gekende schadelijke interacties, maar mensen met Parkinson kunnen op ingewikkelde medicatie cocktails nemen en dus is voorzichtigheid altijd gebaat als er hier andere middelen aan worden toegevoegd. Mogelijke nevenwerkingen bij langdurig gebruik zijn nog niet in kaart gebracht. Buiten de context van klinische studies is chronisch gebruik van cannabis wel al in verband gebracht met een verhoogd risico op humeurstoornissen en longkanker. Verslaving en misbruik zijn vaak aangehaalde problemen, maar beide zijn controversieel en meestal bekeken in de context van cannabisgebruik als een “opstap” drug.
Er is meer onderzoek nodig naar cannabinoïden bij Parkinson
Een analyse van de bestaande onderzoeksresultaten rond cannabisgebruik bij Parkinson wijst uit dat verder onderzoek nodig is, zowel op vlak van preklinisch als klinisch onderzoek. Hierbij moet vooral worden nagegaan hoe het endocannabinoïde systeem werkt. Tegenstrijdige data uitgeklaard worden (specifiek de tegenstrijdige resultaten rond motorische symptomen en levodopa-geïnduceerde dyskinesie), en de veiligheid, tolereerbaarheid en effectiviteit van cannabinoïden moet nagegaan worden op individuele motorische en niet-motorische symptomen van Parkinson. De enige manier om duidelijke klinische data te verkrijgen is via goed ontworpen studies met een groot aantal personen met Parkinson, het gebruik van formele testen om resultaten te bekomen (dus waar mogelijk geen zelf in te vullen enquêtes), en het gebruik van gestandaardiseerde cannabis formuleringen. Op die manier kunnen de resultaten over verschillende studies beter met elkaar vergeleken worden.