Ian Reynolds, PhD, 61
Dr. Reynolds is neurofarmacoloog en heeft meer dan 20 jaar ervaring in onderzoek naar en ontwikkeling van geneesmiddelen. Zijn loopbaan omvat de academische wereld, start-ups voor de ontwikkeling van geneesmiddelen in het domein van de neurowetenschappen, grote farmaceutische bedrijven, waar hij leiding gaf aan grote research teams en wereldwijde licentie en samenwerkingsinitiatieven. Dr. Reynolds heeft gewerkt aan de ontdekking en ontwikkeling van nieuwe therapeutica voor de ziekte van Parkinson en andere neurodegeneratieve aandoeningen en is lid van de wetenschappelijke adviesraden van de Michael J. Fox Foundation, Target ALS en de Parkinson Foundation.
Ian heeft de Britse nationaliteit en is genaturaliseerd tot Amerikaan. Hij is getrouwd en heeft twee volwassen kinderen, een dochter en een zoon. Hij woont sinds twee jaar in België, na meer dan 30 jaar in de Verenigde Staten te hebben gewoond.
———–
Wat is een neurofarmacoloog?
Iemand die geïnteresseerd is in de werking van drugs in en op de hersenen – dit gaat van cafeïne en partydrugs tot geneesmiddelen voor de behandeling van psychiatrische ziekten. Mijn bijzondere belangstelling gaat uit naar neurodegeneratieve ziekten, waarvan de ziekte van Parkinson er een is.
Waarom raakte u geïnteresseerd in de ziekte van Parkinson?
Ik had een oom met de ziekte van Parkinson, maar ik beweer zeker niet dat die familie-ervaring de belangrijkste reden voor mijn belangstelling was. Het had meer te maken met de eenvoudige realiteit van beschikbare financiering. Toen ik voor het eerst onderzoeker was aan de Universiteit van Pittsburgh, was ik geïnteresseerd in beroertes en de mogelijke geneesmiddelen die de schade van beroertes kunnen beperken. Als onderdeel van die onderzoeken bestudeerden wij biogenetics – de energie die neuronen aan het werk houdt – en dit is iets dat bijzonder relevant is voor de ziekte van Parkinson. De Michael J. Fox Foundation was bereid om dit onderzoek financieel te ondersteunen. Verschillende mensen hebben verschillende beweegredenen voor het onderzoek dat zij doen. Soms is dat heel persoonlijk, maar de realiteit is dat de beschikbaarheid van middelen ook een drijvende factor kan zijn. Het hebben van een geweldige groep Parkinson-collega’s in Pittsburgh heeft deze beslissing ook beïnvloed.
Waar bent u het meest trots op ‘deel te hebben uitgemaakt van/bijgedragen te hebben tot’ in het domein van onderzoek naar de ziekte van Parkinson?
Onderzoek is een studie in geduld. De tijdschema’s waar je mee te maken hebt zijn lang. Om van fundamenteel onderzoek te komen tot een geneesmiddel dat aan patiënten wordt toegediend, zijn tientallen jaren nodig. Natuurlijk wil men graag beweren dat men de “uitvinder” is van een geneesmiddel dat patiënten kunnen innemen, maar deel uitmaken van het team dat de molecule ontwikkelt waaruit het geneesmiddel is voortgekomen, is de echte bijdrage. Ik maakte bijvoorbeeld deel uit van een team bij Merck dat een molecule ontdekte die heeft geholpen voor een proof-of-concept van een nieuwe target bij de ziekte van Parkinson. Geneesmiddelen die door andere bedrijven voor deze target zijn ontwikkeld, zijn verder naar klinische proeven kunnen gaan. We hebben nog niet kunnen aantonen dat de geneesmiddelen voor deze target een therapeutisch voordeel hebben. Ik wil mijn ego niet voeden door aanspraak te maken op een bepaalde realisatie, maar het kan natuurlijk frustrerend zijn om niet snel resultaten te boeken. Uiteindelijk komt het allemaal neer op teamwork.
Waarom duurt het onderzoek naar de ziekte van Parkinson zo lang? Wat maakt het zo complex?
Wij (alle wetenschappers) zijn gewoon nog niet slim genoeg om het probleem te doorgronden en het te kunnen oplossen. We moeten hypotheses testen. In het verleden was er een nogal versnipperde aanpak om tot een ontdekking te komen- een soort van “gooi maar wat tegen de muur en hoop dat er iets blijft plakken” aanpak. Nu is er een meer gerichte aanpak, waarbij we de best onderbouwde/slimste items selecteren om te onderzoeken, optimaal gebruik maken van de gegevens die we vanuit de kliniek kunnen verkrijgen, gebruik maken van statistiek, hypothesen testen en systematisch te werk gaan. Wij hebben de middelen ontwikkeld waarmee wij het effect van onze interventies kunnen meten en dat zal ons helpen resultaten te boeken.
Wat kan er worden gedaan om het tempo van de ontdekkingen in het Parkinson-onderzoek verder op te voeren?
Er beweegt veel, en ondanks de complexiteit gaat het snel vooruit en hebben de mensen een gevoel van urgentie. Ik denk dat we sneller leren hoe we dingen beter kunnen doen. We leren en itereren sneller, en er komt steeds nieuwe technologie online om daarbij te helpen. Toen ik begon met onderzoek, was er maar één geaccepteerde manier om hersenfunctie te behandelen en dat was met kleine moleculen. Nu zijn er veel therapeutische modaliteiten, waaronder therapieën op basis van antilichamen en cellen, en met bio-informatica en A.I. (kunstmatige intelligentie) zijn we in staat om meer te doen en sneller meer te begrijpen dan vroeger.
Dit gezegd zijnde, moet men zich natuurlijk afvragen: “Kunnen we het sneller doen? Zijn we gewend geraakt aan dit tempo? Hoeveel sneller kan het gaan zonder dat we alleen maar geld uitgeven en het vervolgens in de gootsteen verdwijnt? De ontwikkeling van het Covid-19-vaccin is verbazingwekkend geweest. Enorme hoeveelheden financiële middelen en het nemen van risico’s door met de productie van vaccins te beginnen voordat de resultaten van klinische proeven bekend waren, hebben tot een opmerkelijke versnelling geleid. Maar je moet niet vergeten dat het ontwerp van het vaccin op dag 1 tot stand is gekomen. Zij weten HOE zij vaccins moeten maken die zullen werken. Zij weten waar ze mee bezig zijn. We begrijpen de ziekte van Parkinson en de andere neurodegeneratieve ziekten nog steeds niet volledig. We moeten nog steeds tot dat punt komen.
Waarom zijn liefdadigheidsorganisaties en financiering zo belangrijk?
Zij zijn succesvol geweest in het overbruggen van de kloof tussen de eerste wetenschappelijke ontdekkingen en het brengen van deze ontdekking naar een niveau waar grotere bedrijven bereid zijn in te investeren. Zij helpen ervoor te zorgen dat goede ideeën in staat zijn te overleven in wat wij in de onderzoekswereld “de vallei des doods” noemen, d.w.z. het stuk tussen de eerste ontdekking en het hebben van iets dat voldoende solide en interessant is om investeerders ervan te overtuigen dat er iets waardevols is dat zij kunnen steunen.
Liefdadigheidsinstellingen kunnen ook helpen de nodige structuur aan te brengen om de kwaliteit van het onderzoek te verbeteren en kunnen als bemiddelaar optreden tussen potentiële concurrenten om de focus te houden waar nodig. In het geval van de Michael J. Fox Foundation, bijvoorbeeld, hebben zij een belangrijke rol gespeeld bij het creëren van een reeks gegevens (patiëntengegevens) die wetenschappers in staat stellen slimmer te werk te gaan. Zij hebben ook bijgedragen tot de oplossing van problemen zoals de vraag hoe het effect kan worden gemeten, en hebben de jacht op betrouwbare biomerkers ondersteund. En ze hebben bedrijven aangemoedigd om te overleggen en samen een gemeenschappelijk probleem aan te pakken, in plaats van dubbel werk te doen. Door een veilige, neutrale omgeving te bieden, kunnen ze barrières voor wetenschappelijke vooruitgang wegnemen en het pad effenen.
Hoe selecteert de Michael J. Fox Foundation welke projecten worden gesteund?
Bij de MJFF zijn er een aantal programma’s die onderzoek naar de ziekte van Parkinson, biomerkers en potentiële nieuwe therapieën ondersteunen. De stichting heeft intern een uitstekend team van wetenschappelijke medewerkers die, samen met de Wetenschappelijke Adviesraad, helpen bij het definiëren van de programma’s en het uitvoeren van het evaluatieproces. De stichting doet ook een beroep op een groot aantal deskundigen om elke aanvraag grondig te evalueren en de sterkste projecten met het grootste potentieel te selecteren. Nadat beslissingen voor financiering genomen zijn, blijft het wetenschappelijk team van het MJFF samenwerken met de gefinancierde onderzoekers om ervoor te zorgen dat de projecten tijdig worden uitgevoerd. Bovendien is het team zeer goed in het delen van nieuws over ontdekkingen en ontwikkelingen, zodat de groep als geheel kan zoeken naar synergiën in het brede scala van werk dat zij financiert. Het is een indrukwekkende operatie!
Denkt u dat het mogelijk is de ziekte van Parkinson te genezen en, zo ja, wanneer?
Momenteel is het zo dat tegen de tijd dat de meeste mensen symptomen ontwikkelen en vervolgens de diagnose van de ziekte van Parkinson krijgen, zij al ongeveer 60% van hun dopamine-producerende neuronen verloren zijn. Dus om de ziekte symptomatisch te laten verdwijnen, hoeven we eigenlijk maar een paar neuronen te redden. Daarom is het belangrijk dat wij vroeger kunnen vaststellen dat zij de ziekte van Parkinson zullen ontwikkelen zodat wij hen vroeger kunnen behandelen en zo het verlies van neuronen die de moeilijkere symptomen doen ontstaan, kunnen beperken. Er zijn een aantal zaken die reeds in een heel vroeg stadium voor komen, zoals het verlies van reukvermogen, constipatie, slaapstoornissen en andere biomerkers. Deze moeten we dus bepalen. Als we doorgaan met het vinden van therapieën om de ziekte te vertragen van zodra deze is vastgesteld en deze eerder kunnen behandelen, kunnen we uiteindelijk voorkomen dat mensen die symptomen ontwikkelen die zo’n grote impact hebben op levenskwaliteit. We zullen de ziekte voornamelijk terugdringen. Dit is volledig mogelijk. Op dit moment testen we geneesmiddelen die de ziekte mogelijk kunnen vertragen in een laboratoriumomgeving. Binnen vijf jaar, zullen we deze testen op patiënten. En over 10 jaar nog breder, met andere woorden, in een preventieve setting. Natuurlijk zal het nog langer duren voordat we er echt goed in zijn en het algemeen wordt toegepast, maar we gaan in de goede richting.
Daarnaast is er ook nog de ‘Moonshot’ benadering. Met andere woorden, de regeneratie van cellen of het inbrengen van nieuwe cellen in de hersenen van Parkinsonpatiënten om de functie te herstellen. Er zijn successen geboekt op dit gebied, en er zijn nieuwe technologieën opkomst die deze aanpak haalbaarder kunnen maken. De technologie is echter complex en er is nog een lange weg te gaan voordat we zullen weten of dit zowel effectief als veilig kan zijn.
Wat staat er op het spel?
Het lijdt geen twijfel dat met de vergrijzing van de bevolking de ziektelast zal toenemen. Dit is niet het moment om het rustig aan te doen of onze voet van het gaspedaal te halen. Er is nog veel werk te doen om de werking van het menselijk brein te begrijpen.
Welk gezegde of motto inspireert u?
“Een reis van 1.000 mijl begint met één enkele stap.” – een Chinees gezegde
Ian’s kinderen Luke en Alexandra ontmoeten hun nieuwe familiehond Mochi (puppy vastgehouden door Luke).
Familiehond Mochi tijdens een roadtrip naar South Carolina om de zonsverduistering in 2017 te zien toen iedereen een beschermende zonnebril moest dragen, ook honden!
Ian’s vrouw, kinderen en een vriend in India.
Een geslaagde vistrip aan de Amerikaanse kust van New Jersey.