“Je moet er een passie voor hebben; een lange termijn visie hebben. Het is niet altijd makkelijke om aan je familie
uit te leggen wat je die dag gedaan hebt, het gaat om kleine incrementele stappen. Je moet goed met
teleurstellingen kunnen omgaan. Nieuwsgierig zijn. Veerkrachtig. Dit onderzoek bijvoorbeeld, is vier
jaar geleden gestart en we hadden het niet sneller kunnen doen.”

Dit is Dr. Anke Van der Perren, hoofdonderzoeker van het KU Leuven team dat onlangs resultaten publiceerde van een onderzoek dat zou kunnen leiden tot een betere diagnose, behandeling en zelfs … ooit … een remedie voor de ziekte van Parkinson en andere neurodegeneratieve aandoeningen.

Dr. Van der Perren werkt in de onderzoeksgroep Neurobiologie en Gentherapie, die geleidt wordt door professor Veerle Baekelandt, die al meer dan 20 jaar onderzoek doet naar de hersenen en de ziekte van Parkinson:

“Ik ben nog steeds verbaasd over de grote complexiteit van de ziekte. (De ziekte van Parkinson) wordt heel weinig onderzocht in vergelijking met de ziekte van Alzheimer of kanker en er is nood aan meer fundamenteel onderzoek. We missen nog veel kennis. Het is als een grote puzzel en elk stukje dat kan worden gevonden en geplaatst, helpt om het volledige beeld te construeren”

(Foto: het Laboratorium voor Neurobiologie en Gentherapie onderzoeksteam. Professor Baekelandt draagt een bordeauxrood t-shirt op de eerste rij. Dr. Van der Perren staat helemaal links op de tweede rij in een roze topje).

DE VORM IS BELANGRIJK

Het ‘stukje van de puzzel’ dat het KU Leuven team in april publiceerde, legt uit hoe de opstapeling van één bepaald eiwit in de hersenen aan de basis ligt van drie zeer verschillende aandoeningen. Tot voor kort begreep niemand hoe α-synucleïne-eiwit klonters, gevonden in de hersenen van patiënten met de ziekte van Parkinson (PD), meervoudige systeematrofie (MSA) en dementie met Lewy bodies (DLB) kunnen leiden tot zulke verschillende klinische aandoeningen. Het KU Leuven team toonde aan dat het de vorm van de eiwitklonters is dat het klinisch beeld bepaalt.

“Zoals verschillende lego-blokken verschillende gebouwen maken, zo bepalen de verschillende vormen van het eiwit de ziekte”, zei Professor Baekelandt in gesprek met de Demoucelle Parkinson Charity afgelopen maand.

De ziekte van Parkinson treft ongeveer twee procent van de bevolking ouder dan 60 jaar, ongeveer 40.000 mensen in België. De aandoening manifesteert zich vooral in motorische problemen. Dementie met Lewy bodies komt minder vaak voor (0,4 procent van de 65-plussers), maar is na de ziekte van Alzheimer nog steeds de tweede meest voorkomende vorm van dementie. Meervoudige systeematrofie is een zeldzame maar uiterst agressieve ziekte waarvoor zo goed als geen behandeling bestaat. Ze leidt tot uiteenlopende gezondheidsproblemen, waaronder algemene pijn, blaasproblemen en lage bloeddruk, maar ook motorische problemen. Binnen de vijf à tien jaar overlijden de meeste patiënten aan deze ziekte.

In een eerdere studie kon het team met behulp van in reageerbuis ‘gekweekte’ eiwitten deze vormen voor het eerst identificeren. In samenwerking met het Franse Nationale Centrum voor Wetenschappelijk Onderzoek (CNRS) en het Imperial College London bouwde Dr. Van der Perren hierop verder en onderzocht of deze verschillende vormen ook aanwezig zijn in menselijk weefsel van overleden patiënten en welke invloed deze verschillende vormen hebben op de ontwikkeling van de ziekte bij proefdieren (ratten).

De onderzoekers konden twee verschillende vormen van het eiwit onderscheiden: een spiraalvormige vorm bij MSA en Parkinson, en een cilindrische vorm bij DLB. De vorm bepaalde ook de ernst van de ziekteverschijnselen: bij MSA (de spiraalvorm) kwamen de symptomen sneller en agressiever voor, terwijl ze bij DLB (de cilindrische vorm) gematigder waren.

“We hebben de vingerafdruk van de ziekte gevonden,” zei Professor Baekelandt. “In de toekomst zal dit een betere diagnose mogelijk maken en kunnen er, in principe, moleculen of antilichamen ontdekt worden die deze specifieke vormen kunnen herkennen en zo een zeer gerichte behandeling mogelijk maken. We hebben α-synucleïne nodig, dus het zal belangrijk zijn om een directe behandeling te hebben die alleen gericht is op het toxische α-synucleïne.”

Hoewel Professor Baekelandt en Dr. Van der Perren overtuigd zijn dat de verschillende vormen die door het giftige α-synucleïne worden gevormd de verschillende ziekten veroorzaken, wijzen ze er al snel op dat ze niet weten waarom de eiwit klonters een bepaalde vorm aannemen (hoewel ze vermoeden dat er milieutriggers een rol spelen), hoeveel van het giftige α-synucleïne nodig is om ziektesymptomen te introduceren of wat de impact is van de plaats in de hersenen waar de eiwitklonters gevormd worden.

“We hebben veel mogelijke vragen voor toekomstige experimenten,” zegt Dr. Van der Perren, die in het bijzonder geïnteresseerd is in het onderzoeken van de verschillende immuunreacties van het lichaam op de verschillende α-synucleïne vormen.

FUNDING NODIG

Maar, zoals professor Baekelandt al snel aangeeft, zijn er geen garanties dat er antwoorden zullen gevonden worden, vooral als fundamenteel basisonderzoek, zoals gedaan in haar lab, niet voldoende fondsen ter beschikking krijgt.

“De financiering voor preklinische studies neemt af,” zegt ze. “Mensen gaan soms te snel over naar klinische studies, terwijl ik denk dat we meer inspanning/mensen nodig hebben die aan de basisvragen van de ziekte werken. We moeten leren lopen voordat we kunnen rennen.”

De financiering door de particuliere sector voor fundamenteel onderzoek is beperkt, omdat de risico’s hoog zijn en de marktintroductietijd te lang is om commercieel interessant te zijn. De financiering door de overheid of door Europa is vaak onderwerp gebonden en beperkt in de tijd, waardoor het volgen van de wetenschappelijke vragen (in plaats van het geld) moeilijk is. Daarom spelen stichtingen en liefdadigheidsinstellingen zoals de Demoucelle Parkinson Charity in België of de Michael J. Fox Foundation in de Verenigde Staten een bijzonder belangrijke rol.

“Als we minder tijd zouden moeten besteden aan het schrijven van subsidieaanvragen en er meer onderzoeksvoorstellen gefinancierd worden, zouden we veel sneller vooruitgang kunnen boeken”, aldus professor Baekelandt.

Vanzelfsprekend heeft de huidige gezondheidscrisis ook gevolgen gehad voor het onderzoekswerk van hun team. De start van nieuwe experimenten werden voor verschillende weken stilgelegd en ook in de laboratoria zijn er stricte regels ivm social-distancing van toepassing voor de mensen die komen werken. En terwijl professor Baekelandt de hernieuwde belangstelling voor wetenschap en de erkenning van het belang van wetenschappelijk onderzoek toejuicht, uitte ze tegelijk haar bezorgdheid over de toekomstige financiering van de ziekte van Parkinson en andere neurologische aandoeningen.

“Mensen beseffen nu meer dat onderzoek nodig is. Maar er is een risico dat (alle financiering) zal gaan naar infectie ziekten,” zei ze. “We moeten het belang van onze onderzoeksvragen sterk blijven onderbouwen om vooruit te kunnen gaan.”


Om een korte film in het Nederlands en Engels te bekijken over het laboratorium van professor Baekelandt en het onderzoek, klik hier.

Photo by Michael Longmire on Unsplash