Wat is je achtergrond?
Ik studeerde eerst af als bio-ingenieur aan de universiteit in Leuven en trok dan naar Londen voor een master in klinische neurowetenschappen. Zo rolde ik in het onderzoek naar neurodegeneratieve aandoeningen: ziekten waarbij hersencellen afsterven, zoals Parkinson, Alzheimer, ALS…
Wat heeft je gedreven om research voor de ziekte van Parkinson te doen?
Dat het uiteindelijk Parkinson was waar ik op werkte was eerder toevallig. Voor mijn Master thesis kwam ik terecht in een onderzoekslabo dat onderzoek deed naar zowel de ziekte van Parkinson als die van Alzheimer. In het Parkinson team konden we nog iemand gebruiken, dus zo rolde ik er aanvankelijk in. Eens begonnen was ik meteen gebeten en werkte ik er de jaren erna in mijn doctoraat op verder.
Waar doe je deze research?
Ik heb voor mijn master even onderzoek gedaan in Londen en ben daarna mijn doctoraatsonderzoek gestart in Leuven in het labo van professor Bart De Strooper.
Welke research doe je juist binnen het domein van de ziekte van Parkinson?
Het onderzoek dat ik deed is heel moleculair gericht: het gaat over genen en eiwitten en gebeurde dus uitsluitend in het labo. Ik deed met andere woorden geen studies met patiënten. Toch is dit labo-onderzoek enorm belangrijk. Als we een effectieve behandeling willen ontwikkelen tegen Parkinson, die de ziekte kan stoppen, omkeren of misschien zelfs voorkomen, dan moeten we heel precies begrijpen wat er juist misloopt in de hersencellen van patiënten. Hoewel we in grote lijnen weten welke processen mislopen tasten we over heel veel aspecten nog in het duister.
Moleculair onderzoek, niet alleen rond PINK1, maar ook de andere genen die in verband gebracht werden met Parkinson, kan hierin inzicht bieden. Ook al zijn de erfelijke vormen van Parkinson eerder zeldzaam, toch kunnen de genen ons op het spoor zetten van de gemeenschappelijke verstoorde biologische processen, waar het ook bij de niet-erfelijke vormen van Parkinson om andere redenen misloopt.
Waarom heb je gekozen te communiceren over de ziekte van Parkinson?
Helaas is er voorlopig geen echte behandeling voor de ziekte van Parkinson. Zolang er geen echte doorbraak is lijkt het misschien voor patiënten dat er niets gebeurt, maar niets is minder waar. Ik denk dat het belangrijk is dat ook zij weten dat er heel wat onderzoek is – en hoe dat loopt. Het is uiteindelijk voor hen dat we het doen.
Wat vind je de meest beloftevolle research doorbraken in het Parkinson domein?
Onderzoek bestaat uit kleine stapjes voorwaarts waarbij teams wereldwijd bouwsteen na bouwsteen aanleveren. Het is dus heel moeilijk om er één specifieke doorbraak uit te halen. Ik ben wel heel benieuwd naar de resultaten van de eerste klinische studies gebaseerd op de genetische inzichten over Parkinson. Die bouwen voort op resultaten van de afgelopen twee decennia, maar kunnen mogelijk een heel nieuwe invalshoek qua behandelingen voorstellen.
In het basis onderzoek is het bemoedigend om te zien dat ook organisaties als het Chan-Zuckerberg Initiative van Facebook baas Mark Zuckerberg en zijn partner Priscilla Chan hun volle gewicht (en dollars) in de schaal gooien om betere ziektemodellen te ontwikkelen voor Parkinson.
Wanneer denk je dat er een oplossing zal zijn voor de ziekte van Parkinson?
Dat is heel moeilijk te voorspellen. Vergelijk onderzoek doen met een berg beklimmen zonder kaart. Als je aan het klimmen bent kan je de top niet altijd zien, en zelfs als je die bereikt, moet je soms vaststellen dat de volgende top in de bergketen nog een stuk hoger is, en moet je toch weer verder naar een nieuw doel.
De vooruitgang lijkt soms traag – veel te traag voor patiënten helaas – maar toch leren we ieder jaar weer meer over de ziekte van Parkinson. Het probleem is moeilijk en complex, maar er is geen enkele reden om te denken dat het onmogelijk zou zijn om nieuwe behandelingen te vinden. Met voldoende middelen en wilskracht is er voor bijna elk probleem een oplossing te vinden. We landden decennia geleden al op de maan, en ik ben er vast van overtuigd dat we vroeg of laat ook de biologische processen in onze hersenen beter zullen begrijpen en ziekten zoals Parkinson de baas zullen kunnen.
Je bent ook een supporter van de Demoucelle Parkinson Charity, wat heeft je gemotiveerd?
Ik woonde een ‘motivational seminar’ bij door Patrick en Anne-Marie. Hun positieve instelling was heel inspirerend. Ik wilde graag meer communiceren over onderzoek dus hoopte dat ik op die manier de Demoucelle Parkinson Charity een beetje kon helpen.
Leuke anekdote: ik kwam in contact met Patrick en Anne-Marie op een moment dat mijn onderzoek niet zo vlot verliep. De eerste keer dat ik met hen afsprak en we praatten over ziekteprocessen en zij al hun vragen op mij afvuurden was ook voor mij een enorme oppepper. Mijn experimenten in het lab wilden maar niet lukken en ik vroeg me soms af of al dat werk nog wel de moeite was. Door met hen te praten over wat we wel en niet weten over de moleculaire ziekteprocessen realiseerde ik me dat zelfs zonder doorbraken in het labo ik toch een verschil kon maken. (Gelukkig zijn de resultaten later ook gevolgd.)
Geef je favoriete quote?
Ik kan niet kiezen tussen deze:
“No one cares how much you know until they know how much you care.” Theodore Roosevelt; omdat wetenschapscommunicatie, en kennis terugbrengen tot bij wie ze nodig heeft, in dit geval Parkinsonpatiënten, zo belangrijk is.
“Never believe that a few caring people can’t change the world. For, indeed, that’s all who ever have.” Margaret Mead; omdat wetenschappelijk onderzoek met heel veel vallen en opstaan gepaard gaat, en het soms moeilijk is om de moed erin te houden en ‘the big picture’ niet uit het oog te verliezen.